donderdag 30 april 2009

JR/SR

met kinderen van het 6de leerjaar uit Basisschool De Dialoog
Opzet
Mensen hebben verhalen. Mensen hebben herinneringen. Iedereen heeft iets te vertellen en vele verhalen zijn verrassend herkenbaar.Verhalen en herinneringen zijn opgebouwd uit woorden. Niets is zo fijn als die woorden te kunnen delen met anderen. Zonder zich iets aan te trekken van leeftijd of cultuur, tijd of afkomst…Uit een vorig project leerden we dat kinderen met senioren samenbrengen een interessante uitdaging is…
Gedurende oktober, november en december 2008 brachten we 8 jonge senioren samen met 16 jonge kinderen om naar mekaars verhaal te luisteren.
Elke maand stond in het teken van een ander onderwerp: spelen, bang zijn en uiteindelijk een groot afsluitfeest mét toonmoment. Zowel de kinderen als de senioren kregen deze thema’s ruim op voorhand meegedeeld zodat ze er konden over nadenken. De kinderen werden in de klas voorbereid door voor te lezen, te filosoferen en er samen met een jeugdauteur gedichten over te schrijven. Elke maand spraken we een datum af, kwamen we met de kinderen naar het buurtcentrum en maakten er een gezellig vertelmoment van. De verhalen van de senioren werden door de kinderen vastgelegd met de camera, een digitale recorder en genoteerd op pencomputers. In ruil voor hun woorden, kregen de senioren elke keer van hun twee junioren, een verrassend gedicht cadeau!
Tijdens deze drie maanden wisselden ze bovendien niet alleen ervaringen uit en praatten ze over spelen en over bang zijn, maar ook nog over heel wat andere zaken. Er werden kleine geschenkjes uitgewisseld en samen geknikkerd.

Begeleiding: Daniel Billiet, Peggy thienpont, Jurgen Roegies en Ingrid Antheunis
Dank aan: Meester Denis, Brigitte Remue (buurtcentrum Bloemekenswijk), Hilde Lambert (dienstencentrum De Boei), de senioren (Annie, René, Linda, Claire, Nadine, Kiem, Gaston, Martine en Brigitte) en de kinderen van het 6de leerjaar van basisschool De Dialoog


Interessante momenten
- de ‘klik van herkenning’ zien tussen verschillende generaties en culturen
- de kracht van verhalen
- de kracht van het informele: werken buiten een ‘schoolse’ context “boeiend om te zien hoe er met een totaal andere werkwijze ook positieve resultaten bereikt worden. In de normale klaswerking weten de kinderen dat alles wat ze doen voor punten is, bij jullie valt die druk weg en werken ze relaxed. Ze ervaren het haast als een spel en werken daardoor toch anders”
- het gebruik van ICT-materialen. “Verbaasd hoe snel de kinderen die nieuwe technieken overnemen!”
- de gigantische sprongen voorwaarts die de kinderen maakten bij het omzetten van het kinderboek in een dramastukje voor op het toonmoment

Tips voor collega’s
- betrek de kinderen van bij de start bij de zin van het project, het ‘waarom’ je een project met hen wil doen en geef hen inspraak
- stel realistische verwachtingen, zowel naar jezelf, de externe partners als naar de kinderen toe
- neem ruim tijd om de onderwerpen ‘body’ te geven: filosofeersessie, vragen opmaken onder begeleiding, teksten ruim op voorhand schrijven, achtergrondmateriaal bestuderen, creatieve verwerking,... Laat indien nodig, eerder een thema wegvallen, dan vast te houden aan je vooropgesteld plan.

Valkuilen
- overschatten van kinderen in hun werktempo
- als externe begeleider: nog te onduidelijke afspraken met de leerkrachten en directies
- overhaast aan het werk gaan doordat je gefocussed bent op het resultaat en niet op het proces
- het monteren achteraf duurde erg lang, er was veel voorbereiding nodig om alles klaar te zetten, dit is niet echt realistisch als je er alleen voor staat. Er was ook te weinig tijd om de kinderen alles zelf te laten doen vb. het scannen en de fijne afwerking van de montages waardoor je de neiging hebt om zelf in- of bij te vullen.

Reacties van de kinderen
“We wisten niet dat oude mensen zo grappig konden zijn.”
“Wow meneer René kan wel goed knikkeren hoor!”
“Waarom is dit project al gedaan?”

Om te kijken:

JR/SR interview SPELEN met senior Anita

Junior-Senior - Spelen from Digitale week PBD on Vimeo.




JR/SR interview BANG ZIJN met senior René

Interview Junior-Senior Bang zijn from Digitale week PBD on Vimeo.



Om te luisteren:

JR/SR interview SPELEN met senior Brigitte

spelen.mp3



Om te lezen: een boekje met gedichten en interviews

Bing Bong Bang

Opzet
Vertrekkend van het tekstmateriaal van het JR/SR-project, ging de 4de klas van basisschool ’t Klimrek gedurende drie maanden (januari tot en met maart 09) de dramatische toer op. Ze kregen de kans de senioren en de kinderen te ontmoeten op het toonmoment van dit project en trokken daarna met de opnames naar de klas. Via drama-improvisatie, boeiende gesprekken, opzoekwerk op Internet en het bekijken van educatieve kinderprogramma’s, kwam deze klas tot een eigen invulling van het onderwerp ‘bang zijn’. Bing Bong Bang werd een komische documentaire waarin het groeiproces qua acteertalenten van de kinderen goed tot uiting komt.

Begeleiding: Wim De Winne en Pascal Poissonnier
Dank aan: Meester Eric en de kinderen van het 4de leerjaar van basisschool ’t Klimrek

Interessante momenten
- hoe je snel door dergelijke intense projecten, als buitenstaander een mooie band met kinderen opbouwt
- als leerkracht eens in een andere positie verkeren, namelijk die van observator. Zo krijg je een andere kijk op je kinderen
- dat kinderen hun eigen ‘ego’ opzij kunnen zetten ‘ten dienste’ van het grotere geheel
- de opwarmingsoefeningen voor drama/beweging hadden een impact op de sociale vaardigheden binnen de groep
- zien dat sommigen kinderen, tussen alle veilige clichés in, zich comfortabel genoeg voelen om echt te tonen hoe ze zich voelen en wie ze zijn

Tips voor collega’s
-filmen heeft de eigenschap van traag te gaan en er moet veel herhaald worden. Dit geeft een dubbel gevoel: als je naar een product toe werkt is het voor jonge kinderen moeilijk om de zin van iets te blijven inzien. Zorgen voor tussentijdse resultaten, blijft hen aanmoedigen om door te gaan. Veelvuldig herhalen zorgt anderzijds voor veiligheid en vertrouwen. De camera en de cameraman worden op den duur ‘decor’ waar niemand zich meer aan stoort. Werken aan een film is ‘veiliger’ dan live moeten optreden voor publiek
- weeg op voorhand goed de gevolgen af van de keuze voor resultaatgericht werken of voor procesmatig werken gericht op overdracht (ook voor externe begeleiders en specialisten)
- gebruik dergelijke eigen ‘filmervaring’ om daarna met kinderen aan filmanalyse te doen van ‘commerciële’ films. Regie, cameragebruik, montage, trucage, herhaling, geluid, belichting,…ze hebben het allemaal ‘aan den lijve’ meegemaakt, dus is de herkenning en transfer nadien veel groter en makkelijker

Valkuilen
- werken naar een bepaald product toe, heeft een totaal andere aanpak. Het procesmatig werken en de inbreng van de kinderen wordt duidelijk kleiner. Anderzijds is dit ook wel eens boeiend omdat je kinderen gerichter laat werken, je bent strikter, stelt duidelijker eisen. Een mooi evenwicht bewaren tussen eigen (volwassen) inbreng en dicht bij de kinderen blijven is dan heel belangrijk
- werken met specialisten is een tweesnijdend mes. Het geeft enerzijds veel meerwaarde, maar het maakt je als leerkracht onzeker om daarna zelf aan de slag te gaan.

Reacties van de kinderen
“Meester, wat gaan Wim en Pascal nu weer doen?”
“Bang zijn moet ook een beetje grappig zijn!”







Stoepkrijtverhaal

'Stoepkrijtverhalen' met kinderen van basisscholen De Dialoog (4de leerjaar), 't Klimrek (5de leerjaar) en de Lotus (5de leerjaar).

Opzet
Jeugdauteur Daniel Billiet schrijft een verhaal in 25 hoofdstukken. Het verhaal heeft een plot dat zich in de wijk situeert. Illustrator Myriam Kalaï maakt een bijpassende tekening voor de cover. Met dit materiaal trekken beiden (gedurende januari, februari, maart 09) naar de drie deelnemende klassen. Er is echter iets met het originele boek gebeurd: de wind heeft de unieke bladen uit de handen van de auteurs gerukt en in zee geblazen. Hierdoor zijn een heleboel woorden en zinnen weggewist, bovendien zijn ook alle illustraties uit het boek verdwenen!
In elke klas gaan de kinderen per duo aan de slag: ze krijgen elk een hoofdstuk van het verhaal te verwerken. Ieder hoofdstuk heeft maximaal 15 zinnen. Aan de kinderen wordt gevraagd om, aan de hand van enkele trefwoorden, die de loop van het verhaal bewaken, de hoofdstukken te vervolledigen.
Daniel komt de opdracht introduceren, maar het echte ‘invullen’ gebeurt bij de leerkracht. Er worden de nodige sessies gepland om de kinderen de basisbeginselen van het maken van verhalen bij te brengen, het verloop op te volgen en eventueel bij te sturen en om het eindresultaat te bespreken.
Myriam biedt de klassen illustratiesessies aan. Ze spitst zich toe op het illustreren bij verhalen: wat tekenen we en wat niet?, wat is de essentie van een hoofdstuk?, wat zijn verschillende illustratiestijlen?, welke prentenboeken bestaan er die ons kunnen inspireren?. Het aanbod en aanpak zijn sterk toegespitst op het toonmoment, nl. het illustreren met stoepkrijt. Dat betekent dat de kinderen een kleine schets stapsgewijs leren omzetten in een grote stoeptekening van 1,5m in het vierkant! Uit alle tekeningen die de duo’s gemaakt hebben, worden met de scan achteraf details gehaald en tot een nieuwe gezamenlijke collage samengebracht.

Toonmoment en tentoonstelling
De 60 kdn. van de drie klassen werken telkens in groepjes van twee. ’s Morgens worden op 16 op voorhand bepaalde plaatsen, verspreid over de buurt (pleintjes, speelplaatsen, trottoirs, garagepoorten, inritten,...), de teksten door de kinderen met stoepkrijt geschreven en geïllustreerd. Elk duo heeft een volwassene als begeleider. Een fotograaf legt al deze ‘acts’ en de eindresultaten op foto vast.
’s Namiddags gaan de drie klassen het parcours langs om iedereen zijn bijdrage te lezen. Op die manier komen ze eindelijk het volledige verhaal te weten. Ook de andere klassen van de school, ouders en geïnteresseerde buurtbewoners worden uitgenodigd om te komen ‘stoeplezen’.In de plaatselijke openbare bib worden alle originele teksten en tekeningen, maar ook de schetsen, video-opnames en boekjes van de andere deelprojecten (JR/SR en Bing Bong Bang) aan het publiek getoond. We sluiten feestelijk af met een knabbel en een drankje.

Begeleiding: Daniel Billiet, Myriam Kalaï
Dank aan: juf Kim, meester Patrick, juf Cindy, de kinderen van het 5de leerjaar van basisschool ’t Klimrek, het 4de leerjaar van basisschool De Dialoog en van het 5de leerjaar van Daltonschool De Lotus, Melanie De Munck, Marieke De Munck, de broer van juf Cindy, Annie Lens, Veerle Kindt en natuurlijk de buurtbewoners voor het lenen van hun stoepen, opritten, parkeerplaatsen, leegstaande winkelpanden,…

Interessante momenten
- de evolutie op sociaal vlak tussen de kinderen binnen de groepjes waarin ze gedurende het project samenwerkten: er kwam een spontane taakverdeling, men gaf mekaar complimenten, er was geen jaloezie. Ook tussen de groepen onderling verliep alles heel sereen
- het plezier van de kinderen zien tijdens de werkmomenten, geeft eigen plezier!
- de gedrevenheid van de kinderen tijdens het project zorgde ervoor dat er heel veel ouders op het toonmoment waren
- de kracht zien van een ‘buitenstaander’ in de klas, op locatie werken en het werken met ‘vreemd’ materiaal (groot tekenen op straat met stoepkrijt)
- “Het idee om een verhaal te schrijven rond een boek dat in het water gevallen is en dat schrijver en illustrator tekeningen kwijt zijn vond ik super”

Tips voor collega’s
- als je door ICT-middelen ervoor kan zorgen dat er van elk kind iets in het eindproduct weer te vinden is, geeft veel voldoening (voor de kinderen)
- het is belangrijk om bij lang lopende projecten een grote variatie aan input en activiteiten te voorzien
- voorzie (als externe) de mogelijkheid tot differentiëren als je met groepen met grote leeftijdsverschillen werkt
- denk goed na over plaatsen waar je ouders uitnodigt. Wat voor jou een evidente plek is, heeft misschien voor bepaalde groepen net een te hoge drempel
- misschien is dit eerder iets voor in de jeugdboekenweek, waarbij gedurende een periode van 2 à 3 weken intensief wordt gewerkt rond een verhaal/boek. Er wordt dan korter op de bal gespeeld en het resultaat is er sneller (denk ik dan)

Valkuilen
- werken met “experten”, hun specialisme is niet te onderschatten
- door de taalachterstand is het uiten van verbeelding of fantasie voor allochtone kinderen minder evident. Zeg niet “deze kinderen hebben geen fantasie” of “ze zijn zo voorspelbaar”, maar stimuleer hen in het uiten er van: biedt meer en gevarieerde mogelijkheden, help mee gedachten te formuleren, doe ‘losmaak-spelletjes-voor-het-hoofd’, creëer veiligheid
- “voor sommige kinderen was het moeilijk om de verhaallijn te behouden en weten waarover alles ging. Ook bij mij blijft de grote verwachting naar het volledige verhaal. Tijdens de wandeling krijg je veel interpretaties, maar het volledige verhaal, wat de andere scholen dan geschreven hebben, is nog steeds niet goed tot mij doorgedrongen (de grote lijn natuurlijk wel). Ook was de leesbaarheid van sommige teksten niet echt goed en daardoor ging de motivatie om verder te lezen wel snel achteruit.”

Reacties van de kinderen
“groot leren tekenen met stoepkrijt is veel leuker dan teksten schrijven”
“we mochten huizen in brand steken” (in het verhaal wel te verstaan)
“eindelijk GROOT tekenen!”
“we waren verdrietig omdat onze tekening op papier moest in de bib en niet op straat”
- Het uiteindelijke verhaal, alles samen (het boekje dus), daar wordt nog steeds met grote verwachtingen naar uitgekeken.